« De prijs van je print»

Gepubliceerd op 05-09-2024

Stel: je hebt hele mooie foto’s gemaakt in het park in de buurt. Vervolgens vraagt het parkrestaurant of ze deze foto mogen uitprinten voor aan de muur. Die vraag op zich is natuurlijk al een cadeautje, want mensen vinden je foto mooi. Maar wat nu? Geef je de foto gratis weg? Of wil je er iets voor terug? En hoe bepaal je dan wat je foto waard is?
 
Voor niets gaat de zon op
Het belangrijkste advies dat je kan krijgen: Geef nooit je foto’s gratis weg. Als het restaurant een print haalt bij de plaatselijke woonwinkel dat kost ze dat ook geld. En dan hebben ze niets speciaals. Daarnaast geven zijn ook geen gratis eten weg omdat de klant het er nou eenmaal zo lekker uit vindt zien. Er is geen goed of fout als je je prijs bepaald. Zo lang jij je comfortabel voelt is het prima. Toch zijn er een aantal richtlijnen.
 
Digitaal vs. Print
Het printen van foto’s is een vak apart. Geef dan ook nooit je digitale bestand af zodat de klant de foto zelf kan printen. Als hij/zij daar slechte keuzes in maakt, door bijvoorbeeld te groot te printen of op slechte kwaliteit, lijkt het namelijk net alsof jij een slechte fotograaf bent. Wil je klant de foto ophangen aan de muur, vraag dan naar zijn/haar wensen en maak een offerte voor de kosten van de print. Bereken daarbij ook de tijd die jij nodig hebt om de foto te maken, printen en leveren. Als fotograaf is het helemaal niet gek om minimaal € 60,- per uur te vragen!
 
Wil de klant de foto hebben voor digitaal gebruik, zoals een website of Social Media? Maak daar dan goede afspraken over. Voor foto’s die online gebruikt worden is een kwaliteit van 1200 pixels (lange zijde) meer dan genoeg. Stuur dan ook nooit grotere foto’s dan dat en zet op papier waarvoor de foto’s gebruikt mogen worden en wat daar tegenover staat. Een serieuze klant vindt het helemaal prima om een bedrag te betalen. Soms wordt er ook een tegenprestatie aangeboden (bijvoorbeeld een gratis etentje). Natuurlijk kan je hierop in gaan, maar bereken voor jezelf wel altijd even wat de tegenprestatie waard is en of jij dat genoeg vindt als vergoeding voor het gebruik van jouw foto.
 
De factor
Wil je vaker fotoprints verkopen aan bedrijven en particulieren? Dan maak je het jezelf gemakkelijk door steeds op dezelfde manier je prijzen te berekenen. Galeries en professionele maken daarbij vaak gebruik van een bepaalde formule: breedte van de foto + hoogte van de foto x een factor. Klinkt ingewikkeld, maar dat is het eigenlijk niet.

  • Breedte en hoogte: Hoe groter een foto hoe duurder hij is. Letterlijk ook, want als fotograaf zorg jij voor de printkosten.
  • Factor: Als fotograaf kies jij een factor voor jezelf uit (als je via een galerie werkt verkoopt bepalen zij de factor). Hoe hoog dit getal is bepaal je dus zelf, maar worden beïnvloed door jouw ervaring en kwaliteit. In de basis kan je ruwweg met het volgende rekening houden: als startende professional die net van de (kunst)academie komt zit je op factor 4 of 5. Ben je een hobbyfotograaf en verkoop je prints voor erbij dan hou je factor 3 aan. Heb je al wat meer bereikt (foto’s in een landelijk tijdschrift, gewonnen prijzen en/of expo’s op gerenommeerde plekken) dan gaat je factor omhoog,

Voorbeeld: jij verkoopt een print van 50 bij 50 cm en houdt factor 3 aan. Dan wordt de rekensom 50 + 50 x 3 = € 300,- verkoop je dezelfde foto in het formaat 100 bij 100 cm dan wordt de rekensom 100 + 100 x 3 = € 600,-.

De voorwaarde
Als je je prints op een professionele manier wilt verkopen dan kleven daar natuurlijk wel bepaalde voorwaarde aan. De belangrijkste is de oplage. Voordat je je eerste foto verkoopt bepaal je hoe vaak jij die print gaat verkopen. Hoe minder je er verkoopt, des te duurder je ze kan verkopen (mensen betalen graag extra voor iets dat uniek is). In ieder geval mag je ze nooit vaker dan 30 keer verkopen volgens de regels van de belastingdienst. Daarna is het geen kunstwerk meer. De oplage schrijf je op de achterzijde van de print (bijvoorbeeld foto 2 van de 15) of op een certificaat dat je erbij levert. Deze signeer je ook. Hou met het bepalen van je oplage ook rekening met foto’s die je zelf nog wilt bewaren voor bijvoorbeeld een tentoonstelling. Dit noem je artist prints. Deze worden niet verkocht en blijven altijd in handen van de fotograaf.
 
Daarnaast moet je natuurlijk zorgen voor een kwalitatief goede print. Het meest gebruikelijk is een foto op fine art paper (bijvoorbeeld van Hahnemühle) verlijmd op Dibond of Forex. De klant kan hem dan zo aan de muur hangen. De kosten van deze print zitten bij de prijs inbegrepen. Wil de klant een lijst of een bijzondere afwerkingen dan kan je daar natuurlijk wel wat extra voor vragen.

Voorbeeld: Het restaurant wil een print kopen van 100 bij 100 cm. Tijdens het fotograferen gaven ze je al een gratis lunch en je wil heel graag dat je werk daar komt te hangen. Volgens bovenstaande formule zou je € 600,- moeten vragen, maar dat wil of durf je niet. Jij bent oké met € 300,-. Het printen kost je € 150,- en je bent al lang blij met € 150,- verdiensten. Stuur het restaurant dan een factuur waarop je als bedrag € 600,- noteert, met daaronder een korting van 50%. Het restaurant zal blij zijn met de korting, maar als ze over een jaar een nieuwe foto willen weten ze ook dat ze eigenlijk € 600,- hadden moeten betalen.

Printverkoop-LR-1725536126.jpg