Jeanine van der Vleuten
Corsocultuur
Toen in september 1944 de geallieerden door Valkenswaard trokken, werd dat groots gevierd met versierde fietsen en bolderwagens. Door de jaren heen werden de wagens steeds uitbundiger en op 17 september 1953 trok er voor het eerst een bloemencorso door het dorp. In 2022 werd het 69e corso opgevoerd. Jeanine van der Vleuten keek achter de schermen mee.
“Op het moment dat ik begon met mijn serie had ik nog geen idee wat er zich allemaal achter de schermen van een bloemencorso afspeelt. In Valkenswaard zijn zo’n 1.500 vrijwilligers in dertien buurtschappen maandenlang bezig met het corso. Eerst met het ontwerp en uiteindelijk met de bouw van hun creatie.” Jeanine werd met open armen ontvangen. “Wat mij vooral intrigeerde was de dynamiek tussen de vrijwilligers in de corsotenten en op de dahliavelden.”
Voor het Valkenswaardse bloemencorso zijn ongeveer 2,5 miljoen dahlia’s nodig. Ze worden in eigen beheer gekweekt maar ook gekocht bij corso’s uit andere plaatsen. De dahlia’s worden voor het tweede weekend in september op elf dahliabeelden (objecten), dertien praalwagens en op acht door jongeren gemaakte jeugdwagens geprikt. De dahlia-objecten zijn vanaf zaterdag te bezichtigen en de wagens trekken op corsozondag door het centrum.
Voor Goeikes volgde Jeanine de verschillende processen achter het corso. “Ik was erbij vanaf het bekendmaken van de ontwerptekeningen in maart tot aan de prijsuitreiking in september. Die momenten zijn toegankelijk voor iedereen. Daarom was ik natuurlijk vooral geïnteresseerd in de momenten die je als publiek niet meemaakt.”
Het corso wordt breed gedragen door alle leeftijden. “Van ouderen die helpen met het planten van de dahliaknollen tot tieners die van hun vader leren lassen. Het corso zit de Valkenswaardenaar, ofwel de Valkenswirdse, in het bloed.”
Corso Valkenswaard werd in 2013 al erkend als Nationaal Immaterieel Erfgoed. In december 2021 werd de gehele corsocultuur van Nederland toegevoegd aan de Internationale Immaterieel Erfgoedlijst van UNESCO.
Jeanine van der Vleuten ontdekte haar passie voor fotograferen toen haar kinderen jong waren. Ze volgde verschillende fotocursussen en legt het liefst het dagelijkse leven van mensen vast, waarbij ze interactie en emoties van de geportretteerden in beeld brengt. Voor Goeikes wilde zij zich onder andere verdiepen in hoe je in verschillende lichtomstandigheden kunt fotograferen en hoe je daar een eenheid in beelden van kan maken.